Voor de financiering van onze bezittingen en onze jaarlijkse kosten heeft de gemeente geld nodig. De gemeente gebruikt hiervoor eigen geld en geleend geld. De wijze waarop zij dit geld leent kan risico’s met zich meebrengen. We hebben beleid om dit op een verantwoorde wijze te doen. In deze paragraaf beschrijven we dit beleid en benoemen we de risico’s die we lopen door geld uit te zetten en aan te trekken. Deze risico’s zijn voorzien en daar kunnen we goed op anticiperen. Met andere woorden: we kunnen deze risico’s goed beheersen. In de paragraaf weerstandsvermogen beschrijven we de risico’s door onvoorziene gebeurtenissen. Deze risico’s zijn niet of heel moeilijk te beheersen. Beide paragrafen tezamen geven een compleet beeld van de financiële risico’s van de gemeente.
Voor een compleet beeld van onze financiering kijken we naar onze risicobeheersing en de wijze waarop we rente betalen en ontvangen.
Risicobeheersing
- Het renterisico is minimaal doordat we een risiconorm voor financiering hanteren en alert zijn op renteontwikkelingen.
- Het kredietrisico is minimaal; we wegen maatschappelijk effect en kredietwaardigheid af.
- Het liquiditeitsrisico is minimaal door een financiële planning en de kredietfaciliteiten bij de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG).
- De oninbare vorderingen dekken we af met een voorziening.
Rente betalen en ontvangen
- Onze jaarlijkse rentelast is in balans met onze risico’s.
- Rentekosten zijn onderdeel van onze kostprijsberekening en rekenen we daarom toe aan onze taken.
- De rente voor investeringen bekostigen we altijd vanuit onze jaarlijks begrote budgetten.
- Daadwerkelijk betaalde rentekosten zijn onderdeel van onze grondprijzen.
Voor geïnteresseerden in meer achtergrondinformatie volgt hierna een toelichting.