Onze portemonnee

Financiële begroting

Hieronder een overzicht van de algemene uitkering. De raming van de meicirculaire 2024 en de septembercirculaire 2024 zijn weergegeven. De raming van de begroting 2024 komt overeen met de raming die is weergegeven voor de septembercirculaire.

Gemeentefonds 2024

Mei

September

Verschil

I: Algemene Uitkering

circulaire

circulaire

Algemene Uitkering

51.255.736

52.005.736

750.000

Raming onderuitputting

-150.000

-150.000

0

Behoedzaamheid

-200.000

-200.000

0

Raming BTW compensatiefonds

0

0

0

Subtotaal onderdeel I

50.905.736

51.655.736

750.000

II: Decentralisatie- en integratieuitkeringen

Voorschoolse Voorziening Peuters

67.915

67.915

0

Armoedebestrijding kinderen

92.735

92.735

0

VTH provinciale Taken

74.423

74.423

0

Veilig wonen

7.062

0

-7.062

Wet kwaliteitsborging bouw

17.237

17.237

0

Versterking omgevingsveiligheid

4.000

4.000

0

Extra capaciteit BOA's

33.104

33.104

0

Subtotaal onderdeel II

296.476

289.414

-7.062

III: Sociaal Domein 3D's

Participatie

4.721.720

4.786.881

65.161

Subtotaal onderdeel III

4.721.720

4.786.881

65.161

Totaal per onderdeel

Totaal onderdeel I

50.905.736

51.655.736

750.000

Totaal onderdeel II

296.476

289.414

-7.062

Totaal onderdeel III

4.721.720

4.786.881

65.161

Totaal I t/m III

55.923.932

56.732.031

808.099

Toelichting
Onderdeel I: De septembercirculaire viel hoger uit dan de meicirculaire 2023 als gevolg van een hoger accres. Het voordeel in 2024 bedraagt € 675.000. Dit bedrag is structureel aan de stelpost indexatie toegevoegd. We hebben ook € 75.000 incidenteel toegevoegd aan het budget voor armoede, aangezien de septembercirculaire hier incidentele middelen voor bevat. Dit bedrag is dus budgettair neutraal toegevoegd. Totaal voegen we € 750.000 toe aan de algemene uitkering.
Onderdelen II en III: De onderdelen II en III wijzigen op kleine onderdelen. Deze ramingen hebben we in de begroting 2024 opgenomen. De verwerking hiervan gebeurt budgettair neutraal.

Het kabinet heeft, als uitwerking van het coalitieakkoord, besloten dat het gemeente- en provinciefonds vanaf 2027 geïndexeerd worden op basis van de ontwikkeling van het bruto binnenlands product (bbp). Dat betekent dat vanaf 2027 de groei van de algemene uitkering niet langer gekoppeld is aan de rijksuitgaven (samen trap op, samen trap af), maar aan economische groei. We hebben ervoor gekozen om, conform financieel kader,
een behoedzame raming van de algemene uitkering op te nemen in de meerjarenbegroting, omdat de economische groei met de huidige economische ontwikkelingen lastig te voorspellen is.

Uit de septembercirculaire blijkt verder dat 2026 nog steeds een ravijnjaar is. Dit wordt wel gedeeltelijk in de jaren 2027 en 2028 gecompenseerd. Toch houden we voorlopig de raming van 2026 aan als uitgangspunt voor structurele verhogingen. Dit omdat de jaren 2027 en 2028 nog zeer onzeker zijn en het lijkt ons onwaarschijnlijk dat het BBP in deze jaren met 4 tot 5% zal toenemen.

Deze pagina is gebouwd op 10/02/2023 13:30:50 met de export van 10/02/2023 11:49:37