Bufferreserve
We hebben een bufferreserve gronden ter dekking van onvoorzienbare risico’s (conjuncturele- en marktrisico’s). Deze bufferreserve wordt ook ingezet om voorzieningen op te bouwen als blijkt dat een risico zich voordoet en leidt tot een verwacht verlies. De verwachte hoogte van de bufferreserve bedraagt per 1-1-2024 € 1.929.060. We bepalen bij de begroting en de rekening de wenselijke hoogte opnieuw. Deze bepalen we aan de hand van de mogelijke risico’s van de gronden in het grondbedrijf, de ‘Niet in exploitatie genomen gronden’ (NIEGG) en de overige strategische bezittingen. De bufferreserve gronden wordt, indien noodzakelijk, gevoed uit winstnemingen van het grondbedrijf.
Voor 2024 is het risico ingeschat op € 1.754.000. In de paragraaf weerstandsvermogen en risicomanagement is deze inschatting onderbouwd (zie hiervoor de risico's 1 en 6). De geprognosticeerde bufferreserve is op dit moment dus € 175.060 hoger dan de berekende risico's. De komende jaren wordt de bufferreserve verder afgebouwd. Op grond van het coalitie-akkoord wordt van 2023 tot en met 2026 een deel overgebracht naar de Vrije Algemene Reserve (VAR).
Als rekening wordt gehouden met de nog te verwachten winsten uit het grondbedrijf, inclusief de nog in exploitatie te nemen gronden, is de inschatting dat de bufferreserve tot en met 2028 hoog genoeg is om de risico's op de gronden af te dekken.
Verwachte stand bufferreserve per 31-12-2024
Omschrijving | Bedrag |
---|---|
Stand 1 januari 2022 (o.g.v. genomen besluiten) | 2.099.060 |
Bij: - winstprognose 2023 (schatting) | 380.000 |
Af: - Overheveling naar VAR 2023 (conform begroting 2023) | -300.000 |
- programma wonen (2023) | -250.000 |
Verwachte stand bufferreserve per 31-12-2023 | 1.929.060 |
Bij: - winstprognose 2024 (schatting) | 397.000 |
Af: - overheveling naar VAR 2024 (coalitie-akkoord) | -300.000 |
Verwachte stand bufferreserve per 31-12-2024 | 2.026.060 |
Voorzieningen
We vormen voorzieningen wanneer bij een bestemmingsplan aan het eind van de looptijd een verlies wordt verwacht. Bij de jaarrekening berekenen we of de opgebouwde voorzieningen moeten worden aangepast en of we nieuwe voorzieningen moeten opbouwen. De voorzieningen worden gevoed door winstnemingen uit het grondbedrijf. Wanneer de winstneming in een jaar ontoereikend is om de voorzieningen aan te vullen, dan doen we een beroep op de bufferreserve.